Herdenking gevallenen Cavalerie 2011

Toespraak Genmaj b.d. Jhr J.H. de Jonge, wapenoudste der Cavalerie, ter gelegenheid van de Herdenking gevallenen Cavalerie op 11 mei 2011 in de Bernhardkazerne.

Geachte militairen, geachte familieleden
Wij zijn hier bijeen om de gevallenen van de Cavalerie te herdenken. Hier, rondom dit skulptuur van twee cavalerie degens staan wij stil bij die gevallenen die dienden bij enig Cavalerie Regiment tijdens:

• De slag bij Waterloo 1815
• De Belgische opstand 1830
• Nederlands Oost-Indie 1815- 1940
• De Tweede Wereld Oorlog
• Nederlands Indie 1945- 1950
• De Vredesmissies na 1945

Om diverse redenen is het vandaag een extra bijzonder moment om hen te gedenken. Vandaag 11 mei was het 71 jaar geleden de tweede dag van de oorlogshandelingen tegen de Duitse inval. Gisteren 10 mei, was ik ’s ochtends vroeg wakker. Het was tegen 6 uur. De vogels maakten een enorm kabaal. En ik realiseerde mij toen: dit waren 71 jaar geleden de eerste uren van verrassing, verbijstering en verontwaardiging. Dit waren reeds de uren dat er hard gevochten werd door cavaleristen om Ypenburg en vele andere plaatsen in het Westen. En dat ook in het oosten voorbereide versperringen werden gesprongen en Huzaren het front en de flanken van de Grebbelinie afschermden. En sneuvelden!

Even terug naar vandaag: wij bevinden ons in een periode van definitieve besluitvorming om al onze tanks uit te faseren. Of, zoals elders opgemerkt is, het einde van 400 jaar zware cavalerie. Een weinig doordacht en buitengewoon visieloos voornemen. En ik zeg dat niet om reden van nostalgie maar op basis van kennis en inzicht van wat juist vandaag de dag nodig is op het gevechtsveld. De tank als wapensysteem hoort daar! Maar de strijd om iets meer slim inzicht bij de politieke en militaire autoriteiten te bewerkstelligen, loopt nog.

Vorige jaren heb ik aangehaald dat militairen en dus ook cavaleristen tijdens inzet niet uit zijn op medelijden of bewondering. Wat de militair – en ook de achtergebleven familie – na sneuvelen van een cavalerist verwacht – sterker nog – hetgeen hen kracht geeft en troost biedt, is RESPEKT. Dat is wat wij hen verschuldigd zijn. En daarom staan we wederom hier.

Nu zijn dat mooie woorden, en het lijkt soms zó ver weg. Daarom moeten we proberen een gezicht te geven aan die cavaleristen die wij herdenken. Wij deden dat eerder door stil te staan bij het sneuvelen in 2007 van kpl Groen in Uruzgan. Maar ook door het inkleuren van de omstandigheden waaronder cavaleristen van het 1e regiment Huzaren te Achterveld en Voorthuizen op 12 mei 1940 hun leven gaven. En die Huzaren van Boreel in 1948, in de omgeving van Salatiga.

Ik wil u deze maal meenemen naar een viertal Ridders Militaire Willems Orde. Een hoge onderscheiding die in al deze gevallen posthuum werd uitgereikt.

Willem Johannes KENNINCK,
meldde zich als dienstplicht Huzaar in 1931 bij het 1e Regiment Huzaren. In 1932 werd hij bevorderd tot wachtmeester. Hij sneuvelde door Duits vuur op 14 mei 1940 nabij OVERSCHIE toen hij vrijwilig deelnam aan een tegenaanval welke werd uitgevoerd door een eenheid infanterie. 29 jaar oud.

George John Lionel MADURO,
werd als dienstplichtige in 1936 ingedeeld bij het 1 Regiment Huzaren. Benoemd tot reserve tweede luitenant in 1939. Hij leidde een tegenaanval als Commandant van een peloton jonge huzaren in de omgeving van RIJSWIJK. Stak onder vijandelijk mitrailleur vuur de brug over de VLIET over, en drong als eerste een versterkte post van de vijand binnen waarbij dat verzet werd gebroken en de Duitsers krijgsgevangen werden gemaakt. Hij werd later in 1945 te Dachau vermoord.

Johannes Jan VERSTEEGEN,
trad in 1938 toe in het 1 Regiment Huzaren Motorrijders en werd op 15 april 1940 aangesteld als wachtmeester. Ook hij viel op door moedig optreden op 10 en 11 mei te OVERSCHIE. Let wel: hij was toen nog geen 3 weken wachtmeester! Op 13 mei melde hij zich als vrijwillige om een aanval uit te voeren op twee vijandelijke mitrailleursposten. Bij de uitvoering sneuvelde hij. 28 jaar oud.

Cornelis Hendrik van BEMMEL,
werd in 1932 als vrijwilliger verbonden aan het 2e Regiment Huzaren. In 1938 benoemd tot Wachtmeester. Over zijn optreden in de meidagen is weinig bekend. Maar kennelijk bevindt hij zich na de capitulatie in Engeland. Hij wordt daar opgeleid tot marconist en wordt in 1944 gedropd per parachute in Nederland. In maart 1945 wordt hij uitgepeild en wordt een klopjacht op hem gehouden. Op 21 maart wordt hij dan ontdekt en besluit zich tot het laatst toe te verdedigen. Daarbij sneuvelt hij. 33 jaar oud.

Deze vier mannen gaven alles. Ieder vanuit een eigen achtergrond. Wat zij gemeen hadden is dat zij doelbewust de strijd opzochten omdat zij meenden dat te moeten doen. De één ging vóór omdat hij dat aan zijn functie als kaderlid verplicht was. Het voorbeeld geven aan zijn huzaren. De ander ging ten tweede male en ten derde male vóór omdat hij meende dat hij dat aan de samenleving verplicht was.

Door hen te eren en te respekteren geven wij ons zelf ook kracht om door te gaan. En ik haal dan opnieuw aan wat wij soms in de inzetgebieden uitspreken wanneer wij daar afscheid moesten nemen van een gesneuvelde. Die boodschap aan onszelf is daarin zo duidelijk hoorbaar:

AND FOR THOSE WHO CARRY ON WITH OUR MISSION, OUR PRAYER TODAY IS THAT WE CONTINUE TO SERVE, WITH RESOLVE, DETERMINATION AND COURAGE AS “WE REMEMBER THOSE THAT HAVE GONE BEFORE US “.

FOR COURAGE IS NOT THE ABSENCE OF FEAR, BUT THE DETERMINATION TO DO WHAT IS RIGHT IN SPITE OF OUR FEAR.

Laten wij onze gevallenen in deze gedachte herdenken en respekteren.

Geef een reactie